Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Huilt [24]gijlieden, want [25]de dag des HEEREN is nabij; [26]hij komt als een verwoesting van den Almachtige. 24. Te weten, o gij Babyloniers, met al uwe aanhangers. 25. Dat is, de dag, in welken de Heere zijn gestreng gericht over Babylon zal uitoefenen; gelijk hfdst.2 vs.12, en hfdst.61 vs.2; Joel 1:15. Zie Job 24:1, en Ps.37:13. 26. Alsof hij zeide: Het zal zulks een verschrikkelijke verwoesting zijn, dat het genoegzaam blijken zal dat ze van de hand van den almachtigen God komende is.